20221205 Malpais
Gisteren was het dan eindelijk zover dat ik de wandeling kon ondernemen richting het Verdwenen Meer bij Malpais. Ik vertrok van de parkeerplaats van Kokomo Beach op Vaersenbaai. Daar ging het direct steil omhoog richting Boka Uniko. Het pad boven op de klip was flink overgroeid en op een aantal plaatsen niet meer te zien. Binnen de kortste keren had ik een doornatte lange broek, omdat de planten tot ruim aan mijn middel kwamen en nog vol vocht zaten. Maar dat is in ons klimaat niet echt een probleem.
Aangekomen bij de afdaling naar Roi Kenepa was het extra goed oppassen, want de ondergrond is wat glibberig door mos en vocht. Op de rotswanden hebben zich miniatuur rotstuintjes gevormd.
Boka Uniko blijft altijd een mooie plek om even rond te hangen. De zee was erg rustig en het water leek wat lager te staan dan ik gewend ben.
Daarna ben ik via Roi Kenepa naar de Weg naar Bullenbaai gegaan. Deze rooi bevat eigenlijk nooit stromend water. Misschien tijdens een langdurige en hevige regenbui, maar nooit als ik er doorheen ga. Dat heeft waarschijnlijk ook te maken met het feit dat de Weg naar Bullenbaai de aanvoer van water vanuit Malpais blokkeert. De rooi was overigens goed begaanbaar.
Na een stukje Weg naar Bullenbaai ga je de Biná trail op. Daar loop je door een mooi groen landschap via een goed begaanbaar pad, waar zo te zien af en toe wel flink water doorheenstroomt. Langs het pad zijn nog de overblijfselen te zien van de voormalige Sisal-plantage van Malpais. Verder staan er veel Brasia bomen en een aantal Zadelbomen (Palu di sia).
Uiteindelijk kom je uit bij het Verdwenen Meer, mijn hoofddoel van deze tocht. Ik had verwacht een goed gevuld meer aan te treffen, maar dat viel zwaar tegen. Bij de peilstok kon ik vaststellen dat er maar 80cm water in het meer staat. Dat is extreem weinig voor de zware en langdurige regenval, die we op veel plaatsen op het eiland hebben gehad. Blijkbaar heeft het hier in Malpais minder geregend dan op veel andere plaatsen. De dam van Julianadorp, waar ik langs kwam op de heen- en terugweg, is zo vol dat het water flink over de overloop de rooi in stroomt.
Ik ben halverwege de Shell-dam aan de landzijde van de dam naar beneden gegaan. Daar vond ik een aantal mooie zwammen en zodanig veel water, dat ik aan die kant niet kon doorlopen tot bij de Pos di pia. Daarvoor moest ik weer de dam op en dan via de andere kant naar de Pos di pia. Die staat zodanig vol met water, dat de twee stenen muren niet meer te zien zijn.
Vervolgens ging ik het bosrijke gebied in met de bedoeling naar het hofi te gaan. Dat heb ik niet bereikt of in ieder geval niet als zodanig herkend. Op een gegeven moment stond ik tot mijn verbazing op een stenen muur. Dat bleek een van de randen van een indigobak te zijn. Die zijn flink overgroeid en, aangezien ook het pad eromheen volledig dichtgegroeid is, niet meer duidelijk zichtbaar in het landschap.
Tot mijn verbazing stond ook de tanki bij de indigobakken droog. Nog een teken van relatief weinig regen in dit gebied.
Via een andere afslag heb ik nogmaals geprobeerd het hofi te bereiken, maar ook dat mislukte. Uiteindelijk heb ik me met de snoeischaar een opening geknipt naar het brede zandpad.
Via het zandpad ben ik naar de afslag naar de lange dam gelopen. Die afslag liep ik ook voorbij, omdat het pad daar niet meer te zien was. Met de snoeischaar heb ik die afslag weer toegankelijk gemaakt. Helaas is de dam zelf niet meer goed toegankelijk. Aan het begin liggen er twee omgevallen bomen overheen. Met wat moeite en knippen heb ik me daar overheen weten te werken. Op de dam zelf staan ook veel planten en dat maakt het wat riskant om erop te lopen, want, als je uitglijdt, val je een behoorlijk eind naar beneden. Gelukkig is alles goed gegaan. Daarna ben ik via de indigobakken naar de Biná trail gelopen. Die was wel goed toegankelijk. Die trail komt uit op de saliña aan de overkant van Kokomo. En die saliña is ook redelijk droog, zeker langs de rand.
Een wandeling, die representatief is voor veel van de wandelroutes op dit moment, omdat onderhoud niet opweegt tegen de uitbundige plantengroei vanwege de vele regen.
Hoogstwaarschijnlijk is dit dan ook mijn laatste tocht van dit jaar.
Read MoreAangekomen bij de afdaling naar Roi Kenepa was het extra goed oppassen, want de ondergrond is wat glibberig door mos en vocht. Op de rotswanden hebben zich miniatuur rotstuintjes gevormd.
Boka Uniko blijft altijd een mooie plek om even rond te hangen. De zee was erg rustig en het water leek wat lager te staan dan ik gewend ben.
Daarna ben ik via Roi Kenepa naar de Weg naar Bullenbaai gegaan. Deze rooi bevat eigenlijk nooit stromend water. Misschien tijdens een langdurige en hevige regenbui, maar nooit als ik er doorheen ga. Dat heeft waarschijnlijk ook te maken met het feit dat de Weg naar Bullenbaai de aanvoer van water vanuit Malpais blokkeert. De rooi was overigens goed begaanbaar.
Na een stukje Weg naar Bullenbaai ga je de Biná trail op. Daar loop je door een mooi groen landschap via een goed begaanbaar pad, waar zo te zien af en toe wel flink water doorheenstroomt. Langs het pad zijn nog de overblijfselen te zien van de voormalige Sisal-plantage van Malpais. Verder staan er veel Brasia bomen en een aantal Zadelbomen (Palu di sia).
Uiteindelijk kom je uit bij het Verdwenen Meer, mijn hoofddoel van deze tocht. Ik had verwacht een goed gevuld meer aan te treffen, maar dat viel zwaar tegen. Bij de peilstok kon ik vaststellen dat er maar 80cm water in het meer staat. Dat is extreem weinig voor de zware en langdurige regenval, die we op veel plaatsen op het eiland hebben gehad. Blijkbaar heeft het hier in Malpais minder geregend dan op veel andere plaatsen. De dam van Julianadorp, waar ik langs kwam op de heen- en terugweg, is zo vol dat het water flink over de overloop de rooi in stroomt.
Ik ben halverwege de Shell-dam aan de landzijde van de dam naar beneden gegaan. Daar vond ik een aantal mooie zwammen en zodanig veel water, dat ik aan die kant niet kon doorlopen tot bij de Pos di pia. Daarvoor moest ik weer de dam op en dan via de andere kant naar de Pos di pia. Die staat zodanig vol met water, dat de twee stenen muren niet meer te zien zijn.
Vervolgens ging ik het bosrijke gebied in met de bedoeling naar het hofi te gaan. Dat heb ik niet bereikt of in ieder geval niet als zodanig herkend. Op een gegeven moment stond ik tot mijn verbazing op een stenen muur. Dat bleek een van de randen van een indigobak te zijn. Die zijn flink overgroeid en, aangezien ook het pad eromheen volledig dichtgegroeid is, niet meer duidelijk zichtbaar in het landschap.
Tot mijn verbazing stond ook de tanki bij de indigobakken droog. Nog een teken van relatief weinig regen in dit gebied.
Via een andere afslag heb ik nogmaals geprobeerd het hofi te bereiken, maar ook dat mislukte. Uiteindelijk heb ik me met de snoeischaar een opening geknipt naar het brede zandpad.
Via het zandpad ben ik naar de afslag naar de lange dam gelopen. Die afslag liep ik ook voorbij, omdat het pad daar niet meer te zien was. Met de snoeischaar heb ik die afslag weer toegankelijk gemaakt. Helaas is de dam zelf niet meer goed toegankelijk. Aan het begin liggen er twee omgevallen bomen overheen. Met wat moeite en knippen heb ik me daar overheen weten te werken. Op de dam zelf staan ook veel planten en dat maakt het wat riskant om erop te lopen, want, als je uitglijdt, val je een behoorlijk eind naar beneden. Gelukkig is alles goed gegaan. Daarna ben ik via de indigobakken naar de Biná trail gelopen. Die was wel goed toegankelijk. Die trail komt uit op de saliña aan de overkant van Kokomo. En die saliña is ook redelijk droog, zeker langs de rand.
Een wandeling, die representatief is voor veel van de wandelroutes op dit moment, omdat onderhoud niet opweegt tegen de uitbundige plantengroei vanwege de vele regen.
Hoogstwaarschijnlijk is dit dan ook mijn laatste tocht van dit jaar.
1 / 24
In rood de door mij gelopen route (iets te laat aangezet)
Malpais, Curacao
Archeologische objectenCuraçaoDocumentatieGebiedHikingKaartjeMalpaisWandelen
- No Comments